Omgaan met weerstand

Omgaan met weerstand

Omgaan met weerstand in gesprekken

Door Frits Cohen
In je werk kun je te maken hebben met gesprekspartners die gedrag van weerstand vertonen. Weerstand in dit kader kan het best geduid worden vanuit de invalshoek van de motiverende gespreksvoering. Vanuit wetenschappelijk onderzoek over omgaan met weerstand is komen vast te staan dat motiverende gespreksvoering bijdraagt aan het vergroten van de kans op blijvende gedragsverandering.

Weerstand wordt beschouwd als een gevolg van het niet, of onvoldoende, aansluiten bij de belevingswereld van jouw gesprekspartner. Het probleem van weerstand in gesprekken ligt dus niet bij de gesprekspartner maar bij de wijze van benadering. Wanneer je weerstand ervaart wordt je geconfronteerd met een gesprekspartner die zich onder druk gezet voelt, iets tegen zijn zin in moet doen, of zich niet gehoord, gezien of erkend voelt. In de training feedback geven en ontvangen leer je welke triggers voor weerstand er zijn en hoe je hiermee om kunt gaan.

Verschil tussen weerstand en het uiten van bezwaren

Weerstand in gesprekken is het al dan niet uitgesproken verzet dat je ervaart wanneer er druk op de gesprekspartner wordt uitgeoefend. In veel gevallen is de weerstand niet gericht op de inhoud van wat besproken wordt maar wel op de context waarin het gesprek plaats vindt.
Weerstand wordt nog wel eens verward met het uiten van bezwaren. Het uiten van bezwaren is echter een teken dat iemand nog niet klaar is om de nieuwe situatie te accepteren. Er is twijfel: kan ik het, wil ik het? Het uiten van bezwaren is een opstap naar acceptie van de verandering. Hoe u ‘bezwaartaal’ herkent en aangrijpt om de gesprekspartner adequaat te adviseren, lees je op de pagina ‘bezwaren benutten‘.

Hoe herken je weerstand?

Weerstand is verzet en kan op verschillende manieren worden geuit:

  • Non-verbaal – zwijgen, niet aankijken, armen over elkaar, onderuitgezakt.
  • Interrumperen – niet uit laten spreken, het gesprek overnemen.
  • Discussie aan gaan – met tegenwerpingen komen.
  • Ander onderwerp aansnijden – midden in een gesprek het ergens anders over willen hebben.
  • Sociaal wenselijk antwoorden – ja zeggen, later nee doen.

Hoe ontstaat weerstand?

Weerstand kan ontstaan wanneer je in een gesprek:

  • Niet naar de wensen en behoeften van de gesprekspartner informeert,
  • De gesprekspartner niet als gelijkwaardig in het gesprek beschouwt,
  • De gesprekspartner het gevoel geeft hem te willen overtuigen,
  • Een oordeel hebt over de gesprekspartner en/of zijn situatie, en dit uit,
  • Uitgaat van interpretaties in plaats van feiten en feitelijk waarneembaar gedrag,
  • Ongevraagd oplossingen bedenkt en aanbiedt,
  • Te snel gaat voor de gesprekspartner,
  • Niet duidelijk het doel van het gesprek en de te stellen vragen aangeeft,
  • Onvoldoende inlevingsvermogen toont,
  • Te weinig samenvat om het proces en de deelresultaten van het gesprek weer te geven.

Een andere kans op weerstand kan zijn dat je wordt gezien als iemand die het ‘vuile werk’ van een ander komt opknappen zodat diegene schone handen kan houden. De weerstand uit zich tegen jou maar is in wezen gericht tegen de ander, als eerdere veranderpogingen gefaald hebben (“het lukt toch niet”).

Aanpak omgaan met weerstand in gesprekken

De hier beschreven aanpak is gebaseerd op “evidence based” oplossingen binnen de sociale agogiek en door mij praktisch vertaald naar het werk van de gemiddelde professional.

spiekpasje-omgaan-met-weerstand-488x316-9864904

Weerstand in gesprekken wordt voorkomen wanneer je goed aansluit bij de belevingswereld van de gesprekspartner, “in contact zijn”. Omgaan met weerstand begint al bij de start van elk gesprek, door oprechte aandacht te geven aan je gesprekspartner. Laten merken dat je interesse hebt voor de situatie van je gesprekspartner en hoe hij die ervaart, samen diens wensen en behoefte onderzoeken en aangeven hoe daar in het verloop van het gesprek mee wordt omgegaan.

Wanneer je weerstand ervaart in een gesprek, dan zullen allereerst de signalen van weerstand herkend moeten worden. Vervolgens zal je de hand in eigen boezem moeten steken door in te zien dat jouw eigen gedrag een rol speelt in het ontstaan van weerstand. Door (opnieuw) de juiste aansluiting te zoeken – om weer in contact te zijn – heb je invloed op het verminderen of wegnemen van weerstand. Dit wordt in twee stappen gedaan.

Stap 1. Omgaan met weerstand in gesprekken

Leg de schuld niet bij je gesprekspartner. Voorkom discussie en maak duidelijk dat de gesprekspartner er toe doet. Het is van belang aandacht aan de gesprekspartner te geven en eerlijk te zijn. Dit doe je door jezelf in de gesprekspartner te verplaatsen, door reflectief te luisteren. Hiermee laat je merken dat je de gevoelens van je gesprekspartner begrijpt en je jezelf een beeld van diens situatie kan vormen.

Stap 2. Omgaan met weerstand in gesprekken

Je vermindert weerstand wanneer je openlijk aangeeft dat je wellicht onvoldoende bij de gesprekspartner bent aangesloten. Je bent eerlijk over jouw eigen handelswijze in het gesprek en stelt die ter discussie: “Ga ik te snel? Misschien heb ik mij te veel door mijn eigen agenda laten leiden, probeer ik mijn eigen oplossing op te dringen?”

Om goed aan te sluiten bij de ander zijn de belangrijkste gesprekstechnieken open vragen stellen, samenvatten en bevestigen in hun algemeenheid en reflectief luisteren en het uitdrukken van empathie in het bijzonder.